Inwijdingsrituelen

We horen soms wel eens over een man zeggen “hij krijgt zijn leven niet in handen”. Wat dit op een dieper niveau betekent is dat die persoon zijn innerlijke samenhangende structuren niet ervaart of in staat is om ze te ervaren. Hij is gefragmenteerd; de verschillende delen van zijn persoonlijkheid zijn van elkaar versnipperd en leiden verschillende redelijk onafhankelijke en vaak verwarrende levens. Een man die “het niet voor elkaar krijgt” is een man die waarschijnlijk/mogelijk niet de gelegenheid heeft gehad om goede inwijdingsrituelen te ondergaan die de diepe structuren van zijn mannelijkheid bekrachtigen. Hij blijft psychisch een jongen, niet omdat hij dat wil, maar omdat niemand hem de weg getoond heeft om zijn jongensenergieën te transformeren in mannenenergieën. Niemand heeft hem in directe en helende ervaringen geleid van de innerlijke wereld van mannelijke vermogens.

Als we de grotten bezoeken van onze verre voorlopers, de Cro-magnonmens [1], in Frankrijk en afdalen in de duisternis van de deze heiligdommen en onze zaklampen aansteken, kijken we vol ontzag en verwondering op naar de mysterieuze, verborgen oorsprong van mannelijke kracht die we hier uitgebeeld zien. We voelen diep in onszelf iets bewegen. Hier, in een woordeloos gezang, springen en daveren de magische dieren bizon, antilope en mammoet in ongerepte schoonheid en kracht langsheen de hoge gewelfde grotten en golvende muren, stevenen doelgericht af op de schaduwen van de plooien van de rots, om dan weer op te duiken in de schijn van onze lantaarns. En samen met hen zijn hier de eerste afdrukken van de mens geschilderd, van de kunstenaar – jagers, de oeroude krijgers en verzamelaars, die hier samenkwamen en hun voorhistorische rituelen uitvoerden.

Antropologen zijn het er bijna universeel over eens dat deze heiligdommen in de grotten voor, op zijn minst deels, gemaakt zijn door mannen voor mannen en in het bijzonder voor het inwijdingsritueel van jongens in de mysterieuze wereld van mannelijke verantwoordelijkheid en mannelijke spiritualiteit.

Maar de rituele procedures om mannen te vormen uit jongens beperken zich niet tot onze veronderstellingen over deze oude grotten. Zoals veel academici, waarvan de meeste bekende Mircea Eliade en Victor Turner, hebben aangetoond, is het rituele inwijdingsproces tot op heden ten dage nog in voege bij oorspronkelijke stammen in Afrika, Zuid-Amerika, eilanden in het Zuiden van de Grote Oceaan en vele andere oorden. Deze overlevering was tot voor kort nog in gebruik onder de Volle indianen van Noord-Amerika. De studie van rituele procedures door specialisten kan uitmonden in droge lectuur, maar we kunnen het kleurrijk uitgebeeld zien in tal van hedendaagse films. Films zijn als oude legenden en mythes. Het zijn verhalen die we aan onszelf vertellen over onszelf, over onze levens en hun betekenis. In feite is het inwijdingsproces van zowel mannen als vrouwen vaak één van de grote verborgen thema’s in veel van onze films.

Een goed expliciet voorbeeld hiervan kan men terugvinden in de film “The Emerald Forest”. Hier wordt een blanke jongen gevangengenomen en opgevoed door Braziliaanse Indianen. Op een dag speelt hij bij de rivier met een mooi meisje. De hoofdman had al een tijdje zijn interesse voor het meisje in de gaten. Het ontwaken van seksuele interesse in de jongen is een signaal voor de wijze hoofdman. Hij verschijnt aan de rivieroever met zijn vrouw en met enkele van de stamouderen en verrast Tomme (Tommy) die aan het spelen is met het meisje. De hoofdman schreeuwt: “Tomme, jou tijd om te sterven is aangebroken!” Iedereen lijkt diep onthutst. De vrouw van de hoofdman neemt de rol op zich van alle vrouwen, van alle moeders en vraagt: “Moet hij werkelijk sterven?” De hoofdman blijft herhalen: “Ja!” In de volgende scene is het nacht. Bij het licht van kampvuren wordt Tomme schijnbaar gekweld door de oudere mannen van de stam en het oerwoud in gejaagd. Daar wordt hij levend getergd door de mieren. Hij raast rond in doodsangst, zijn lichaam aangetast door de kaken van de hongerige mieren. Hij vreest het ergste.

Tenslotte komt de zon op en Tomme, die nog ademt, wordt door de mannen naar de rivier gedragen en gewassen. De bijtende mieren worden van zijn lichaam gespoeld. De hoofdman verheft zijn stem en zegt dan: “De jongen is dood en de man is geboren!” En bij deze wordt hem zijn eerste spirituele ervaring aangeboden, opgewekt door de rook van een kruid die hem via een lange pijp in zijn neus wordt geblazen. Hij hallucineert en tijdens zijn hallucinatie ontdekt hij zijn dierenziel (een arend) en zweeft boven de wereld in een nieuw en verruimd bewustzijn. Hij “ziet”, als door een Goddelijke blik gegeven, het geheel van zijn oerwoudwereld. Dan verkrijgt hij de toestemming om te trouwen. Vanaf nu is Tomme een man. En naarmate dat hij de mannelijke verantwoordelijkheden en identiteit opneemt, verschuift zijn positie geleidelijk naar één van de dappere van de stam en dan naar de positie van het hoofd.

Het kan misschien wel gezegd worden dat de meest fundamentele dynamiek van het leven de poging is om van een lagere vorm van ervaring of bewustzijn op te klimmen naar een hoger (of dieper) niveau van bewustzijn, van een diffuse identiteit naar een meer geconsolideerde en gestructureerde identiteit. Op zijn minst al het menselijke leven neigt zich in deze richting te bewegen. We zoeken inwijding in volwassenheid, in volwassen verantwoordelijkheden en plichten ten opzichte van onszelf en anderen, in volwassen geneugten en rechten en in volwassen spiritualiteit. Stamgemeenschappen droegen vergaand specifieke begrippen over volwassenheid in zich, zowel over de mannelijke als de vrouwelijke en over hoe deze te bereiken. En ze beschikten over inwijdingsrituelen zoals die in The Emerals Forest om hun kinderen in staat te stellen om wat we kalme, serene maturiteit zouden kunnen noemen, te bereiken.

Onze eigen cultuur heeft pseudo-rituelen in de plaats. Er bestaan verscheidene pseudo-inwijdingen voor mannen onze samenleving. Vervullen van de militaire dienst is daar één van. Het is een fabeltje dat de vernedering en de opgelegde non-identiteit van een kamptraining  een man van je maakt. De bendes in bepaalde wijken van grote steden zijn een andere vorm van pseudo-initiatie, alsook sommige gevangenissystemen die vaak, in grote mate, door bendes geregeerd worden.

We noemen deze fenomenen pseudo-initiaties om twee redenen. Ten eerste omdat, met misschien uitgezonderd de militaire opleiding, deze processen, hoewel ze soms sterk geritualiseerd zijn, de jongen in de meeste gevallen naar een vorm van mannelijkheid leiden die scheef zit, die achter gebleven is in de groei en die onecht is.

Een is een vervormde patriarchale “mannelijkheid”, één die anderen en vaak zichzelf misbruikt. Sommige initiaties gaan zo ver dat men een rituele moord moet plegen. Een bende cultuur gaat ook vaak gepaard met druggebruik. Op deze manier groeit de jongen in deze systemen op tot een onbeheerste adolescent en zal een ontwikkelingsniveau bereiken die ruwweg parallel loopt als die door de samenleving als een geheel wordt uitgeleefd in haar jongensachtig waardesysteem, hetzij in een contraculturele vorm. Maar deze pseudo- initiaties zullen geen mannen opleveren want echte mannen zijn van nature niet gewelddadig noch vijandig. Jongenspsychologie is doordrongen van strijd om andere op de één of andere manier te overheersen. En daardoor zit hij voortdurend gevangen in een patroon van zichzelf en anderen kwetsen. Het is een sadomasochistische cyclus. Mannenpsychologie is geheel iets anders. Het is voedend en genererend, niet kwetsend of vernietigend.

Het ontwaken van een Mannenpsychologie in gelijk welke man gaat steeds gepaard met een dood. Een symbolische dood, hetzij psychologisch of spiritueel, is altijd een cruciaal onderdeel van eender welk inwijdingsritueel. In psychologische termen moet het Ego van de jongen “sterven”. De oude manieren van zijn en doen, van denken en voelen, moeten ritueel “sterven”, voordat de nieuwe man kan oprijzen. Hoewel pseudo – initiatie het jongens Ego misschien in een bepaalde richting beteugelt, zal ze echter vaak de drang naar macht en controle van het Ego eerder aansterken in een nieuwe vorm, een adolescente vorm geleid door andere adolescenten. Effectieve en transformatieve initiatie maakt steeds een radicaal einde aan het Ego in haar oude verlangens om dan te herrijzen naar een nieuwe toegewijde relatie met een eerder ontoegankelijke kracht of innerlijk centrum. Dienstbaarheid ten opzichte van volwassen mannelijke energieën levert steeds een nieuwe persoonlijkheid op die gekenmerkt wordt door kalmte, empathie, heldere visie en vruchtbaarheid.

Er is een tweede factor die de meeste initiaties in onze cultuur reduceert tot pseudo-initiaties. In de meeste gevallen bestaat er niet eens een gedragen rituele procedure. Rituele processen worden bekrachtigd door twee zaken. De eerste is de sacrale ruimte en de tweede is de rituele voorganger, een oude, wijze man of een oude, wijze vrouw waar die kandidaat volledig kan vertrouwen en die de kandidaat door het proces heen kan leiden en hem (of haar) ongeschonden naar de andere oever kan brengen.

Mircea Eliade [2] heeft de invloed van sacrale ruimte uitvoerig onderzocht. Hij besluit dat de ruimte die ritueel gewijd is van fundamenteel belang is voor eender welke initiatie. In stammengemeenschappen kan deze ruimte bestaan uit een speciaal daarvoor gebouwde hut of een huis waarin de jongens verblijven in afwachting van hun initiatie. Het kan ook een grot zijn. Het kan eveneens de weidse wildernis zijn waar de initiatie kandidaat ingejaagd wordt om te sterven of zijn mannelijkheid te ontdekken. De sacrale plaats kan ook de magische cirkel van sjamanen zijn. Of, zoals in meer gevorderde beschavingen, kan het een donkere kamer zijn in de ingesloten ruimte van een grote tempel. Deze ruimte moet afgeschermd zijn van de invloeden van de buitenwereld en, in geval van jongens, vooral van de invloed van vrouwen. Vaak worden de kandidaten aan emotioneel doodsbenauwende en fysiek afschuwelijk pijnlijke beproevingen onderworpen. Ze leren zich te schikken in het lijden van het leven, naar de rituele voorgangers en naar de mannelijke tradities en mythen van de gemeenschap. Ze worden ingewijd in alle geheime wijsheden van de mannen. En ze worden enkel uit de sacrale ruimte vrijgelaten als ze hun vuurproef glansrijk doorstaan hebben en herboren zijn als mannen.

Het tweede essentiële ingrediënt voor een geslaagde initiatie procedure is de aanwezigheid van de rituele voorganger. In”the Emerald Forest” zijn dit de hoofdman en de andere ouderen van de stam. De rituele voorganger is de man die de geheime wijsheid kent, hij kent de reilen en zeilen van de gemeenschap en de zorgvuldig bewaakte mannen mythen. Hij is diegene die leeft vanuit een volwassen mannelijke visie.

Wegens een grote armoede aan volwassen mannen in onze samenleving spreekt het voor zich dat er eveneens een groot gebrek is aan rituele voorgangers. Daarom blijven pseudo-initiation in hun ontwikkeling steken bij de bestendiging van jongenspsychologie in plaats van de weg te banen voor een Mannenpsychologie, geïmproviseerde rituele procedures op de straat of in de gevangeniscellen ten spijt.

We hebben sterk te lijden onder deze crisis in mannelijke maturiteit. Door het gebrek aan geschikte mannelijke voorbeelden, een gebrek aan maatschappelijke samenhang en een afwezigheid van institutionele structuren om zo’n inwijdingsritueel mogelijk te maken, is het “iedere man voor zichzelf”. En de meeste van ons sneuvelen langs het pad zonder er achter te komen wat nu eigenlijk de bedoeling was van onze mannelijke gedrevenheid en wat er is misgelopen met al ons streven. We weten enkel dat we rusteloos zijn, ons bijna impotent voelen, hulpeloos, gefrustreerd, ondermijnd, onbemind, onbegrepen en ondergewaardeerd, bijna beschaamd om een man te zijn. We weten enkel dat onze creativiteit aangevallen is, dat onze initiatieven vijandig onthaald werden, dat we in de steek gelaten zijn, gekleineerd, miskend met onze lege bagage van de fierheid die verloren is gegaan. We trekken ons terug in een ieder-voor-zich wereld, proberen ons werk en onze relatie overeind te houden, verliezen onze kracht en slaan de bal mis. Velen onder ons zijn, vaak zonder het te beseffen, op zoek naar de vruchtbare, bevestigende en bekrachtigende vader die voor velen onder ons niet echt bestaan heeft in ons echte leven en die misschien ook niet meer zal opdagen hoe hard we hiervoor ook ons best doen.

[1]http://nl.wikipedia.org/wiki/Cro-magnonmens en http://nl.wikipedia.org/wiki/Rotstekening

[2]http://nl.wikipedia.org/wiki/Mircea_Eliade

bronvermelding

To be a man, edited by Keith Thompson, 1991, St. Martin’s Press, New York
Auteurs: Robert Moore en Douglas Gillette
Vertaling: Jan Janssen