Schaamte transformeren

Transformeren van schaamte omtrent mannelijkheid (door Francis Weller)

In deze samenleving is er weinig begrip voor de kwetsuren die een man in zich meedraagt. Voor het grootste gedeelte blijven de kwetsuren van mannen onzichtbaar, verborgen achter muren van ontkenning, heldhaftigheid en vereenzaming. De indoctrinatie begint van jongs af aan en de boodschap is duidelijk: stel nooit of te nimmer kwetsbaar op want dan zul je als een zwakkeling en een mislukkeling beschouwd worden. Dit brandmerk smoort elke vorm van zelfontwikkeling voor de man in de kiem.

Mannen worden ingeprent om te triomferen, te overwinnen, om boven de tekortkomingen van lichaam en emoties uit te stijgen. Wij lijden aan wat de psycholoog James Hillman het “Hercules complex” noemt, waarbij we nooit kunnen buigen voor de bestemming van het leven. Achter dit complex zijn we doodsbenauwd om te falen, te verliezen, te rouwen, ons over te geven, voor ziekte en de dood; we schamen ons voor het feit dat we dat niet volledig in de hand hebben en daarom moeten we dit ontkennen en alle signalen van gebreken en kwetsuren verbergen.

Maar wat gebeurd er met een man wie de menselijke ervaringen van falen en verliezen ontzegd wordt? Hij verliest zijn ziel en raakt gevangen in perfectionisme.

De mannen die ik ontmoet in mijn praktijk als psychotherapeut dragen een gemeenschappelijke pijn: de schaamte om als een man opgevoed te zijn. De verpletterende afwezigheid van fierheid in deze mannen weerspiegelt dat deze mannen een elementaire “gronding” verloren hebben waardoor falen gelijkgesteld wordt aan waardeloosheid. Ze hebben weinig voeling met het sacrale en vaak nog minder met datgene dat hen voortdrijft in het leven, waar ze naar verlangen of wat hun zo zwaar bedrukt. Ze leiden hun leven volgens allerlei voorschriften en vinden geen betekenis in hun leven. Deze mannen zijn eenzaam ““ schaamte legt hen het zwijgen op en weerhoudt hen om aansluiting te vinden met mannen of vrouwen die hen kunnen helpen hun wonden te genezen.

De ervaring en de aard van schaamte

Schaamte is een lichamelijk verbonden, archetypische reactie op ervaringen die een man losrukken van zijn gevoel van bekwaamheid en waardigheid. In die pijnlijke momenten van vernietigend zelfbewustzijn voelt hij zich minderwaardig op een kritische manier. Op die momenten van blootstelling wil hij niet liever dan wegkruipen voor de blik van anderen. Hij trekt zich terug in een innerlijke wereld en vraagt zich af wat er aan hem scheelt.

Schaamte wordt beleefd als een uitdrukking van onze fundamentele waarde. Als we in de greep zijn van schaamte ervaren we ‘wie we zijn’ gebrekkig en verkeerd. We voelen ons machteloos om de oorzaak te veranderen die leidt tot deze wanhoop, die zo typisch is voor een schaamtegebonden leven.

De niet aflatende interne dialogen gekenmerkt door zelf-misnoegen en zelfhaat doen ons steeds stilstaan bij mislukkingen, die uit het verleden, die van nu en die nog gaan komen. De bezieling en mededogen gaan verloren en we meten alles in vergelijking met iets of anderen waarbij we onmiskenbaar tekortkomen. Leven in schaamte is leven in wanhoop.

De oorzaak van schaamte bij mannen

Er bestaan verscheidene oorzaken voor schaamte bij mannen. Ik zal er hier viertal bespreken. Ze zijn gekenmerkt door verlies van: 1) de vader, 2) archetypische onderbouw, 3) passie en lichaam en 4) de mannengemeenschap. Deze lacunes veroorzaken een bijna totale instorting van de schoonheid en uitstraling van de mannelijke psyche.

  1. De eerste en vroegste oorzaak van schaamte is het verlies van de vader. Als kleine jongens worden we van nature naar de vader toegetrokken, hebben we het verlangen om aangeraakt te worden, vastgehouden en opgenomen in zijn psychisch veld. Maar waar we vaak tegenaan liepen was een gekwetste man die deze emotionele behoeften niet kon tegemoetkomen. Wanneer we er niet in slagen om een binding aan te gaan met de vader, voelen we schaamte; meer nog, we maken onszelf het verwijt dat het aan ons ligt dat het niet lukt.In Finding Our Fathers suggereert Samuel Osherson dat één van de meest fundamentele kwetsbaarheden van de man zich bevindt in de fantasieën die hij zich construeert om zijn vader’s afwezigheid te verklaren. En deze fantasieën bevatten heel vaak een element van zelfverwijt. Wat scheelt er met mij dat mijn vader mij niet meer nabij is, me niet aanraakt, niet van me houdt? Deze schaamte wordt geïnternaliseerd en in een poging om onszelf aanvaardbaar te maken voor onze vaders proberen sommigen onder ons de perfecte zonen te worden. Anderen zetten zich af en ontkennen heimelijk ons verlangen naar zijn goedkeuring, terwijl ze het blijven uitspelen met ontelbare andere “vaders”.

    Een man – die ik therapeutisch begeleid – verklaarde dat hij zich op een keer vijf meter voor de deur van zijn vader inhield uit schrik dat hij hem weer ging afwijzen. Hij had zijn vader in geen veertien jaar gezien. Noch had hij mannen in zijn vriendenkring met wie hij over deze pijn kon praten.

  2. De tweede bron van schaamte is minder voor de hand liggend. Het ligt aan de erosie die de laatste enkele honderden jaren is opgetreden in de afbeelding van het mannelijke. Wat ooit een rijke en uitgebreide uitbeelding was van de mannelijke psyche is nu gereduceerd tot loze affiches en radicale vereenvoudigingen van wat het betekent om man te zijn. We zijn effectief afgegleden van een archetypische configuratie van het mannelijke, die krachtige beelden in zich hield zoals de rechtvaardige koning, krijgers en minnaars naar een stereotype verwatering. Het resultaat van zo’n verlies is dat we ons verwijderen van beelden die verbinden en resoneren tot in de ziel van mannen naar beelden die vergelijking in de hand werken en daardoor ook schaamte.Vergelijking is een vorm van beschamen en geeft brandstof aan een uitzichtloze competitie onder mannen. Met de culturele verordeningen van succes, welvaart, bezit en status worden mannen aangespoord om elkaar te bevechten voor macht en positie, vaak ten koste van vriendschappen, familie en partners. Strakke taboes verhinderen openhartige gesprekken over gevoelens van twijfel, pijn, isolatie en zorgen. De mannen die ik tegenkom die klem zitten op dit spoor voelen zich helemaal eenzaam en niet in staat om zich substantieel te verbinden met andere mannen. Dit individualisme wordt als onontbeerlijk en essentieel mannelijk beschouwd, maar het is gefundeerd op macht, niet op relatie.
  3. Het derde verlies is de passie en het lichaam. Dit verlies keert mannen af van de levendige ervaring van hun bestaan. In vroegere tijden werden deze impulsen als onaanvaardbaar bestempeld door familie, kerk en cultuur. Er werd van ons verwacht dat we een totale controle uitoefenden op onze passies en dat we komaf maakten met onze “wildheid”. Als gevolg moesten we onze vitaliteit opgeven.William Blake vertolkt het gevoel van dit verlies in de twee laatste regels zijn gedicht The Garden of Love:
         En de priesters in hun zwarte gewaden maakten hun rondes
         En ketenden mijn vreugdes en verlangens met doornen

    Mannen worstelen met dit verlies aan passie. De impulsen van verlangen komen op en rijken uit naar de ander en voelen voldaan als de brug geslagen is. Wanneer het instinctieve verlangen voor erotische binding wordt beschaamd, zet men er zich van af en wordt de beweging naar de ander afgebroken. De mogelijkheid tot intimiteit, kwetsbaarheid en verbondenheid gaat verloren. Om onze schaamte te bedekken wordt seksualiteit vaak gericht naar van de wereld van macht, waardoor onze partners tot objecten gereduceerd worden en de mogelijkheid tot echt contact vermindert.

  4. Het laatste verlies is de teloorgang van de mannengemeenschap. Dit verlies beschaamt mannen niet rechtstreeks maar houdt de geïsoleerdheid in stand waardoor schaamte kan blijven broeden. Door het uiteenvallen van de mannengemeenschap hebben we niet langer toegang tot de relaties die een gevoel van verbondenheid en toebehoren voeden. We krijgen daardoor de indruk dat we dit in ons eentje moeten verdragen en doorstaan zonder de troost van mannelijke vriendschap. Schaamte begint bij het mislukken van relaties; het is ook daar dat het herstel begint.

De wonden van schaamte genezen en transformeren

Schaamte is zonder twijfel een “ziekte van de ziel”, een ziekte die in stand wordt gehouden door zelfverachting, zelfhaat en geïsoleerdheid. Opdat de vitaliteit van het mannelijke kan heropleven, moeten we ingrijpende veranderingen aanbrengen in onze verhouding tot onszelf en tot de wereld.

Er zijn vooral drie kenteringen nodig om het genezingsproces op gang te brengen: 1) we moeten het gevoel van zelf verwerping inruilen voor het besef dat we gekwetst zijn, want we gaan de ons niet echt bekommeren om onze pijn zolang we daar in vastzitten. 2) Dit betekent dat we in plaats van verachting te voelen voor onszelf, mededogen moeten ontwikkelen. 3) En in plaats van onze schaamte te verbergen in stilte of achter stoerheid moeten we onszelf blootstellen door [onze innerlijke leefwereld] te delen met anderen. Deze attitude verschuivingen zijn de fundamentele vereisten om “de relatie van het zelf met het zelf” te herstellen. Inherent aan deze drie bewegingen is het zichzelf (h)erkennen als kostbaar en in verbinding met de wereld.

Carl Jung zei: “Het lijkt alsof er een geweten aanwezig is in de mensheid die de man die niet op een bepaald moment en op een bepaalde manier, ongeacht de kostprijs voor zijn trots, eens ophoud met zichzelf te verdedigen of zich te doen gelden om in plaats daarvan te bekennen zijn hij menselijk en feilbaar is.” Tot wanneer hij hiertoe in staat is, staat er een ondoordringbare muur tussen zichzelf en de levendige ervaring van zichzelf om zich een man onder mannen te voelen.

De bereidheid om zich op een meedogende manier te verhouden ten opzichte van de kwetsuren die we meedragen, is een stap in de richting om voor datgene te zorgen wat we heel ons leven al nodig hadden. Een relatie met onszelf ontwikkelen dat de kwetsuren eert en verzorgt, helpt ons om boven de schaamte uit te rijzen en in verbinden te treden met de wereld. Om ons een “man onder mannen” te kunnen voelen, hebben we een mannengemeenschap nodig dat de waardigheid en de heelheid die we in onze levens wensen te ontplooien terug in ere kan herstellen. En door de verbeelding terug vrij te maken, kunnen we terug in aanraking komen met datgene wat ons van binnenuit opbouwt in deze immense configuratie waar de mannelijke ziel uit bestaat.

Naarmate we hierin genezen en het gevoel van afgescheiden zijn, plaats maken voor de ervaring van verbondenheid neemt ook onze zorgzaamheid ten opzicht van de wereld toe. Als mannen dragen we een specifieke en inherente verantwoordelijk in ons wat betreft het beschermen van het sacrale in alle verschijningen. Samen met vrouwen het sacrale van het leven (h)erkennen brengt ons naar samenwerking in een tijdperk waar de planeet extreme uitdagingen ondergaat. Onze schaamte genezen wordt hierdoor niet enkel een persoonlijke bevrijding, maar tevens een transpersoonlijke missie. Om zo’n transformatie op touw te zetten, hebben we een sterk gevoel van waardering en erkenning nodig waardoor we die mantel van schaamte van ons kunnen afwerpen en herkend worden voor wie we werkelijk zijn “mannen met een ziel”.

Laten we dit transformatiewerk samen aanvatten!

bronvermelding

Artikel: Ashamed to be a man door Francis Weller
Uit: To be a man, edited by Keith Thompson, 1991, St. Martin’s Press, New York
Vertaling: Jan Janssen